Europees denken

Wie een organisatie bouwt en goede mensen zoekt, moet aan veel zaken denken. In ieder geval moet er helderheid bestaan over de strategie van de betreffende onderneming, instelling of overheidsorganisatie. ‘Europees denken’ is daarin een component, waaraan nog lang niet altijd voldoende aandacht wordt gegeven. Dat komt ook omdat we vanuit politiek Den Haag vooral worden aangezet tot defensief denken. Het gaat dan om het verdedigen van de belangen van de BV Nederland tegen de grote, boze buitenwereld.

 
Meer en meer dringt het door in de dagelijkse praktijk van de economie, dat we niet zozeer leven en werken op een nationale markt, maar dat we worden geregeerd door de regels van de Europese interne markt. Ook bedrijven en instellingen die niet of nauwelijks over de grens van de lidstaat Nederland heen kijken, hebben daarmee te maken. Dan denken we nog niet eens zo zeer aan de pegels, alsof ‘Europa’ zou betekenen dat er mogelijk wel ergens een subsidiepotje voor de eigen activiteiten klaar staat.

Nee, het gaat veel meer om de regels. Economisch bestaan de lidstaat grenzen niet meer en daardoor loont een blik over die grens altijd. Al was het maar om de juiste concurrentieverhoudingen in beeld te krijgen.

Dat geldt des te sterker voor gemeenten en provincies en hun samenwerkingsverbanden. Als onderdeel van de overheid zijn ze gebonden aan alle regels, die door de lidstaat Nederland samen met de andere lidstaten in Brussel zijn gemaakt. Een goede kennis en toepassing van die regels kan een hoop voordeel opleveren.

We staan anno 2014 aan het begin van een nieuwe periode van zeven jaar, waarin op Europees niveau afspraken zijn gemaakt, zowel over het beleid als over financiën in de Europese Unie. Alle gemeenten doen er verstandig aan om na te denken over hun positie in die Europese beleidsruimte. Sommige gemeenten hebben dan meer aan de regels ten aanzien van landbouw of natuur. Andere gemeenten worden meer geraakt door regels ten aanzien van milieu, sociaal beleid of veiligheid.

In de moderne economie ontstaan regionaal zwaartepunten, waar gemeenten, onderzoeksinstellingen, onderwijs en bedrijfsleven oriëntatie vinden om het voor de eigen burgers – jong en oud – zo goed mogelijk te regelen. In deze zogenaamde ‘clustereconomie’ komt beter naar voren, met welke andere regio’s op de Europese interne markt men gelijksoortige belangen heeft. Zo komt samenwerking van de grond, die nuttig is voor alle betrokkenen.

We hoeven maar naar High Tech Campus in Eindhoven te kijken om op het netvlies te krijgen, wat daarmee wordt bedoeld. Voor regio’s die elders dichtbij de grenzen van de lidstaat Nederland liggen, komen daar de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking nog eens bij. Een ‘prioriteit’ in het Europese beleid tot 2020.

Koos van Houdt, Management Adviseur Adsom

Tags:

UA-39505741-1